LIMONADE, EEN LIEDBOEK EN DE MOOISTE KAMER VAN HET HUIS

Tijdens een gesprek op school deelde mijn vader met de directeur zijn wanhoop over onze situatie. Enkele weken later maakte ik kennis met het gezin van de directeur: zij werden mijn pleegouders, die mij op een lentedag warm onthaalden. Ik kreeg limonade en de mooiste kamer van het huis. In de woonkamer leerde ik spelenderwijs hun zoon Koen kennen, nog geen jaar ouder dan ik. Hij werd een echte broer en mijn beste vriend. Mijn pleegouders noemde ik oom en tante. Toen mijn pleegmoeder mij de eerste avond in mijn nieuwe bed stopte, zei ze: "Wij zijn het hier gewend om elkaar een nachtzoen te geven, vind je dat ook goed’? Ik bsloot het er op te wagen; ‘"ja", zei ik, "dat is goed". Op mijn nachtkastje lag een liedboek, in de kaft, met vulpen geschreven; "De heer is ook jou herder". 

Ik herinner mij dat mijn pleegmoeder mij na verloop van tijd vroeg wat ik eigenlijk een mooie naam vond. Later vertelde ze mij dat ze me nog nooit zo had zien stralen, toen ik zei: "Jeroen, ik vind Jeroen de mooiste naam die er is". Vanaf die dag heette ik weer Jeroen. Zo vond ik mezelf weer terug. Door de onvoorwaardelijke zorg en aandacht van mijn pleegouders, kon ik in mijn puberjaren weer mens worden. Met de jaren kreeg ik nieuw vertrouwen. Ik wist terug te keren in het reguliere onderwijs, doorliep de mavo en het mbo, waarna ik aan een lerarenopleiding begon. Ik ging naar Amsterdam om docent te worden, eentje die aandacht heeft en vertrouwen geeft om anderen te kunnen laten groeien.