HET MOOISTE UITZICHT TOT DAN TOE

Het ene denken /doen is zo het andere niet. De lespraktijk is een mooie plek om te ontdekken dat creativiteit betrekking kan hebben op het vermogen om op een bepaalde manier te denken of te doen. Dat gebeurd bijvoorbeeld als een nieuwe gedachte zich aan een leerling opdringt, die een vernieuwende aanpak mogelijk maakt. Dan ontdek ik vaak creativiteit in een proces. Maar ook als een leerling in staat is om nieuwe combinaties te maken en de mogelijkheden die zich voordoen te gebruiken om een ander idee of soms zelfs een hele nieuwe wereld te vormen. Een creatieve leerling is handig in het ontdekken van nieuwe routes buiten bestaande wegen. Sommige leerlingen zijn wel gevoeliger voor het zien van nieuwe verbanden, maar ik ontdek vaak genoeg dat iedereen deze capaciteit in zich heeft en daarin kan groeien. Creativiteit is geen mysterieus talent, maar lijkt eerder een keuze voor persoonlijke ontwikkeling, waarin leerlingen met de juiste aanmoedigingen stappen kunnen maken. Om zover te komen moet een leerling om te beginnen wel iets willen maken, zich willen uiten, anders is er helemaal niets mee te beginnen. Als docent moet ik mijn leerlingen dus eerst zover zien te krijgen dat ze iets willen doen, dat ze zin hebben om iets te gaan doen, vooral ook als het wat lastiger wordt. Dit willen uiten kan aangemoedigd worden door in de klas een sfeer te scheppen die dat bevordert. Leerlingen moeten zich veilig voelen. Open staan voor gewone en ongewone vragen, voor gewone en ongewone ideeën. Dat helpt zekert. Leerlingen met rust laten werk ook; wie niet onmiddellijk lastig gevallen wordt over de vorm van zijn uiting, wie zich niet bedreigd voelt, durft meer. Pas als een leerling zich veilig voelt durft hij risico te nemen. Zorgen dus voor een sfeer waar fouten gemaakt mogen worden. De invloed van de sociale controle is daarbij niet te onderschatten. Die is in een groep zeer groot. Leerlingen conformeren zich in het algemeen aan de gedragscode van de docent. Ben ik als de docent blij met een onverwachte, verrassende, originele opmerking, vraag of uiting, dan accepteren de leerlingen dat ook gemakkelijker van anderen in de groep.

Je kunt een les dus zo in elkaar zetten dat dit resulteert in uitstekende producten .Je kunt dan bijvoorbeeld spreken van een geprogrammeerde instructie met een hoge graad van geslotenheid. Het proces heeft dan een lagere graad van creativiteit omdat er al veel vast staat. Geprogrammeerde instructie kan ook instructie zijn waarin de leerling de mogelijkheid heeft om zelf beslissingen te nemen. Zo’n meer open geprogrammeerde instructie biedt de leerlingen mogelijkheden tot een meer creatief proces van produceren.

Als je leerlingen leert om opdrachten systematisch aan te pakken, kun je zeggen dat je leerlingen leert probleemoplossend te handelen. Maar hoe creatief is probleemoplossend handelen? Er zijn vormen van systematische probleemoplossend bezig zijn die weinig creativiteit toelaten: zoals de eerste oplossing die je te binnen schiet zorgvuldig afwegen en afwijzen als er iets tegenin te brengen is. Maar er zijn ook vormen van systematisch probleemoplossend bezig zijn met mogelijkheden om veel creativiteit te gebruiken bij het tot stand brengen van producten of nieuwe gedachten. Een voorbeeld: als docent leer je je leerlingen zich altijd eerst af te vragen op hoeveel manieren ze iets tot stand zouden kunnen brengen, alvorens te beginnen met het eerste idée. Creatief probleemoplossend handelen is er altijd op uit antwoorden te vinden die niet voor de (eerste) hand liggen. Het geregeld stimuleren om veel ideeën naar voren te brengen, kan het gemak waarmee ze dit doen, uiteindelijk vergroten. Dan gaat het er juist om je los te maken van voor de hand liggende, gemakkelijke patronen, met het doel een eigen oplossing te vinden voor een vraagstuk of probleem. Hiervoor moeten leerlingen uitgedaagd worden. Dit lukt bijvoorbeeld als ik aangeef dat ik iets wilt zien dat me versteld doet staan, iets dat je niet verwacht, het mag gek zijn. Dan geef ik aan dat ik naar het ongewone kijk.

De mooiste momenten zijn die waar leerlingen zichzelf verrassen. Dat komt bijvoorbeeld voor als een leerling in staat is nieuwe en ongewone relaties te ontdekken tussen wat tevoren niet op die manier bij elkaar hoorde. Hij combineert, maakt gevolgtrekkingen en experimenteert op een wijze waar andere (en hij of zij zelf ook) van opkijken. Het product dat tot stand komt hoeft beslist niet in alle opzichten boven alles uit te steken. Het kan op een aantal punten zelfs minder zijn dan andere producten. Maar het is wel eigenzinnig en daar gaat het om. Creativiteit in denken en doen dient zich zo vaak aan als een leerling, bezig aan een werkstuk of vraagstuk, gaandeweg van het vooropgezette pad durft af te wijken en ruimte laat voor verrassingen. Als er ruimte komt voor experiment. Om recht te doen aan nieuwe mogelijkheden moet je als docent (of leerling) je beoordelingscriteria dan ook regelmatig bijstellen. Moet voldoen aan de opdracht geldt dan even niet. In tegendeel; wie de moed heeft om het bekende achter zich te laten en durft af te buigen, kan zomaar verrast worden met het mooiste uitzicht tot dan toe.