Plotseling overleed Koen, 21 jaar. Plannen verloren hun betekenis. Ik belandde in een zingevingscrisis; voorstellingen van geluk, schoonheid, hoop en zin gingen verloren. Wat te doen? Als alle schoonheid verloren is, rest mij niets anders dan het zelf te creëren, was mijn praktische redenering. De wetenschap dat wij niet alleen staan in ons verdriet, dat wij tenminste samen zijn en dat we in onze eenzaamheid elkaars leed kunnen kennen, was voor mij een troostende, maar geen berustende gedachte. Ik wilde hoop ook op een praktische manier tot stand laten komen. De beste aanpak leek mij de kunstacademie. Ik zocht een afgesloten plaats waar hoop opnieuw tot bloei kon komen. Ik wilde me richten op het ‘nog niet gerealiseerde’, op dat wat nog nergens bestaat, maar er wel zou kunnen zijn.
In de kunstacademie vond ik een vrijplaats, een laboratorium van mogelijkheden. In het creatieve proces ging het er steeds om het vertrouwen op te brengen om te beginnen met een ‘klein en nog onvoltooid idee’. Met het aftasten van nieuwe mogelijkheden schep je eigenlijk voorwaarden voor verandering en groei. Het is een proces dat vooruitgrijpt op wat nog moet komen. Door te creëren, oefende ik in wezen steeds opnieuw te vertrouwen in een nieuwe, positieve uitkomst.