De vanitas stillevens lijken ook de geest van Michel de Montaigne (1533-1593) te verbeelden. Deze Franse filosoof adviseerde aanvankelijk om onophoudelijk te denken aan de dood; zo zouden wij, op het randje van het leven, pas ontvankelijk zijn voor gevoelens van vrijheid. Later echter, adviseerde hij om het omgekeerde te doen: de dood uit het leven verbannen zou juist een prima manier zijn om vrij te leven. Eerder stelde Epicurus ook al voor om ons niet te druk te maken over de dood. Zijn beroemde woorden waren: "Als jij bent is hij niet, en als hij is, ben jij niet". Waarom zouden we ons dus druk maken? Toch lijkt die uitspraak juist de ware dreiging van de dood aan te geven: vernietiging van mij als een wezen dat niet wil en dat niet kan eindigen. Terwijl het vaststaat dat ik dood ga.
Religies lijken die dreiging van het naderende einde te willen opheffen door een vooruitzicht op het eeuwige leven aan te bieden. Toch blijven veel gelovigen, die ik tenminste ken, even goed vaak tobben met het dreigende einde. De wetenschap van ons naderende einde blijft toch vaak een dwarsligger, in strijd met de wil tot leven. In de filosofiegeschiedenis gebeurt in feite hetzelfde door een scheiding tussen een onvergankelijke ziel en een vergankelijk lichaam aan te brengen. Zo blijft de vraag of en hoe wij in staat zouden kunnen zijn om de verschrikking van het ‘zum Tode’ zijn van ons af te kunnen werpen.