"Naar de sterren kijken met een geliefde tijdens een bijzondere reis", of "Een concert bezoeken van een idool, maar ook: "Naar een pretpark gaan met de hele familie, "De geboorte van een kind", "Kampioen worden met een jeugdelftal" en "Een motorrit door de Alpen". Het zijn allemaal reacties die voorbij komen in een filmpje uit de korte interview reeks ’50 people, one question’. In verschillende grote wereldsteden worden mensen op straat spontaan ondervraagd. De interviewer zien we niet, ook krijgen we de terugkerende vraag niet te horen. De antwoorden van de toevallige voorbijgangers wel; die laten ons raden wat de gestelde vraag was. Dat antwoord duurt niet lang, de reacties van de verschillende ondervraagden wisselen elkaar vlot af, alles is vloeiend gemonteerd. We zien en horen de mensen uit het filmpje zo veelal in vervoering raken als ze praten over die bewuste momenten waarin ze de wereld / het leven in haar bijzonderheid hebben mogen ervaren. Het gaat veelal over liefde, vriendschap, sportervaringen, muziek, etc... Voor de leerlingen uit mijn klas is ook al snel duidelijk waar het hier om gaat; de interviewer blijkt de voorbijgangers keer op keer uit te dagen na te denken over de mooiste herinneringen uit hun leven. Als het filmpje is afgelopen proberen we de antwoorden te categoriseren: ervaringen die bijzonder zijn omdat ze voor het eerst beleefd werden, ervaringen die de kracht van vriendschap onderschrijven, beroeringen door kunst, de extase door muziek of vanwege unieke sport momenten waarbij het onmogelijke mogelijk werd, herinneringen waarbij mensen zich getroost voelden door de aanwezigheid van de ander, etc. Als alles op het bord staat valt het verschillende leerlingen meteen op dat er nergens sprake was van het hebben van een dure auto, of de aanschaf van een gouden horloge, het bezitten van een luxe villa. Niks van dit alles. Bij de indeling die op het bord terecht komt valt niets onder, wat we besluiten te noemen, een materiële component. In tegendeel, zo goed als alle herinneringen die genoemd worden vallen onder, wat we ‘de geestelijke component’ van geluk noemen.

Zo komen we tot een klassengesprek. Geluk is niet alleen de afwezigheid van ongeluk stellen we om te beginnen vast (we denken aan ziekte, pijn, lijden). Om echt gelukkig te zijn is iets extra’s nodig. Geluk heeft volgens de aantekeningen op het bord vervolgens een materiële en een geestelijke component. Materieel denken we aan cadeautjes, een huis, comfort, elektronica, kleren, auto. Maar er is dus ook een geestelijke component, die heeft te maken met begrippen als welbehagen, liefde, vriendschap, tevredenheid, sympathie, samen in iets delen. Juist ook die momenten lijken ons iets te vertellen over onze behoeften als het gaat om onze gelukservaring. Net als eten, drinken, kleren en een dak boven je hoofd heeft de mens behoefte aan vervoering. Zo kun je je laten vervoeren door het zien van de ondergaande zon, je kunt je verliezen in de ogen van een geliefde of in de klanken van muziek. Die vervoering kun je opdoen in een intens gesprek maar ook in het voetbalstadion als jou favoriet in de laatste seconde scoort. Hoe belangrijk die behoefte aan vervoering is blijkt wel uit de waardering die de mensen krijgen die in deze behoefte voorzien. Kunstenaars maar ook voetballers, popsterren, diva’s bewijzen, door aanzien en in bepaalde gevallen met het geld dat ze verdienen, hoe sterk de behoefte aan vervoering onder ons is. Ze doen niets nuttigs zoals bakkers, automonteurs en artsen. Maar ze voorzien in een behoefte die fundamenteel is. Zonder die behoefte kunnen wij maar moeilijk leven. Zeker in moeilijke tijden (tijdens dit schrijven is het nog niet zo lang geleden dat we met mondkapjes in de klas zaten en 1,5 m afstand moesten houden) blijken wij niet zonder te kunnen. In een column voor het Algemeen Dagblad (18-04-’20) beschrijft de populaire schrijfster Saskia Noort op een treffende manier hoe dat precies zit. Ze wil haar lezers er aan herinneren hoe belangrijk en onmisbaar kunst is. Dit doet ze door bloot te leggen waar mensen eigenlijk behoefte aan hebben. Noort: "We luisteren podcasts, we lezen boeken, we kijken films en series. Nu we elkaar niet meer mogen aanraken, putten we troost uit muziek. We volgen vlogs om te leren dansen, schrijven, schilderen, dichten, tekenen, acteren, fotograferen, boetseren, ontwerpen, naaien, we sturen kaarten naar de geliefdes die we niet kunnen zien, we delen filmpjes van artiesten, we zijn bedroefd over alle zomerfestivals die we gaan missen. Wie maken het eenzame afwachten nog enigszins dragelijk? De kunstenaars. Door voor jullie te dansen, te zingen, te creëren, jullie te ontroeren, wakker te schudden of desnoods te ergeren. De kunstenaar brengt schoonheid, toont lelijkheid, vertelt een verhaal, shockeert, verandert je denken, laat je lachen en huilen". Door te reflecteren op kunst ontstaat de mogelijkheid jezelf en de wereld zo in een nieuw licht te zien. Kunst geeft nooit een direct antwoord op vragen, in tegendeel. Een kunstwerk kan er zelfs voor zorgen dat je visie zich 180 graden omkeert. Of zoals Robert Dijkgraaf eens zei: "Kunst is het beste recept tegen blikvernauwing". 

Lenigheid
Kunst kan zo aanzetten tot nadenken over de waarden die opdoemen op de weg waarop we ons eigenlijk bevinden; zoals het belang van vrijheid, vertrouwen, gulheid en de steun die je krijgt van je omgeving. "Je traint je, door naar kunst te kijken en te filosoferen, als het ware in perspectivistische lenigheid", schrijft Elke Wiss in haar boek Socrates op sneakers (2020). Wiss heeft het over het vermogen om buiten je eigen kader, opinies, opvattingen te denken. Het gaat om het onderzoeken en verkennen van het perspectief van de ander, zonder er direct iets van te vinden. Dat betekend je eigen visie, dat wat je al weet, wat je al kent, wat je jezelf ergens onder weg eigen hebt gemaakt, los te laten. Je eigen opvatting met rust laten. En het daarmee gelijk ook kritisch bevragen, om te ontdekken dat er misschien wel meer ruimte in je denken zit dan je je had voorgesteld. Om verrast te worden met nieuwe inzichten of mogelijkheden is het belangrijk dat we beter leren luisteren en echt proberen te begrijpen voordat we zelf begrepen worden. Kunst maakt je ruimhartiger, misschien bedoelden ze dat, op die eerste schooldag wel met die ‘betere mens’.

Afbeelding: Jan Svankmayer.