NIET HET EEN OF ANDER

De eerste kunstreis brengt me naar Rome. Een hoogtepunt is de Barok-wandeling die ons oog in oog brengt met de monumenten van Bernini en Borromini. We ontdekken meer over de kunst en de levens van deze grootmeesters en verkennen de kerken, pleinen en fonteinen die nog altijd als hoogtepunten van Rome te boek staan. In de San Carlo alle Quattro Fontana nemen we de potentiele nekklachten voor lief, als we met ontzag naar het koepel plafond blijven staren. Ook het bezoek aan de basiliek van Sante Maria della Vittoria is opzienbarend. Gian Lorenzo Bernini maakte in het belangrijkste gewelf van de kapel een beeld waarbij het gewaad van de heilige Theresia met wervelende plooien omhoog kronkelt; de heilige vrouw ligt op haar rug, gekromd. Haar mond is geopend en boven haar staat een engel met een pijl. Het ontbreken van een sokkel en de opwaartse plooien geven de indruk dat Theresia de aarde ontstijgt. Het beeld wordt omlijst door de architectuur eromheen, die contrasteert met het witte marmer van het beeld. Het beeld wordt van bovenaf door een venster belicht: het licht stroomt langs goudkleurige buizen achter het beeld, wat nog meer nadruk geeft aan de goddelijkheid van de gebeurtenis, naar beneden. Boven de nis wordt de beeldengroep omgeven door een beschilderd tongewelf met opnieuw het licht, komend vanuit een oneindige ruimte, omgeven door engelen. In gedachten sta ik weer omhoog te kijken, tussen mijn medestudenten, als onze kunstprofessor gedempt en druk tegelijk begint te vertellen. Over 'hoe de anatomie en stofuitdrukking met die plooien van het gewaad, de tastbaarheid en het mystieke moment van uitdrukking verhoog'. 'En hoe het geestelijke en het lichamelijke samenkomt'. De gedempte toon neemt krachtigere vormen aan, wanneer de professor op dreef raakt. Wij zijn met zo’n 15 studenten en hebben er ook zin in, we hangen aan zijn lippen, hij is een goeie verteller. Hij weet dat en gaat door. Een suppoost schrijd langzaam dichterbij vanachter een pilaar. Hij had ons al een tijdje in de gaten en grijpt in als de professor, die inmiddels vanuit het andere einde van de basiliek te horen is, de begrippen extase en orgasme enthousiast door elkaar gebruikt. Die laatste suggestie, is uit den boze, wat ons nadrukkelijk word ingeprent; of we de basiliek willen verlaten.

Naderhand lees ik het verhaal van Theresa nog eens terug. Aan Theresa verschijnt een visioen dat zij beschrijft: "In zijn handen zag ik een lange gouden speer en aan het uiteinde van de ijzeren punt leek een vuurstip zichtbaar. Hiermee scheen hij enige malen mijn hart te doorboren, zodat de punt in mijn ingewanden binnendrong. Toen hij deze eruit trok, dacht ik dat hij mijn ingewanden meetrok en hij liet me achter in vuur en vlam door Gods liefde. De pijn was zo schrijnend, dat ik enkele malen kreunde; en zo uitbundig was de zoetheid die deze snijdende pijn me gaf dat niemand kan wensen die kwijt te raken, en evenmin kan iemands ziel met iets minders genoegen nemen dan met god. Het is geen lichamelijke, maar een geestelijke pijn, al heeft het lichaam er wel een aandeel in -zelfs een groot aandeel". Dat er in het beeld van Bernini wel wat aan de hand is laat zich snel raden, daar hadden wij de kunstprofessor niet voor nodig. Aan de sensuele beeldende taal van Theresa deed Bernini niks af. Het "grote aandeel" van het lichaam in de geestelijke ervaring had volgens onze professor duidelijk erotische accenten. Ook daar konden we hem moeilijk tegen spreken; de religieuze vervoering heeft hier behoorlijk wat weg van een onvervalst orgasme. De werelden die Bernini hier samenbracht lijken iets gemeen te hebben. Het goddelijke, benadrukt door het licht van boven, en het sensuele of erotische dat begint bij het weelderige opwaarts stuwende marmer. Pijn en zoetheid versmelten in het beeld van Bernini; het is niet het een of het ander, ze wisselen elkaar af.

Afbeelding: Jeroen Kool, Devotion #2, 2012.